28 maart 2024
imgCalf Health Management 2018
imgHeader CHM 2019 - Kriptazen

Biest is een ideale bron van nutriënten omdat het eiwitten, essentiële aminozuren, vetzuren, lactose, vitaminen en mineralen bevat die allen cruciaal zijn voor een normaal metabolisme en normale ontwikkeling van het kalf. Daarnaast levert colostrum beschermende ingrediënten zoals: hormonen, groeifactoren, leukocyten, insuline, lactoferrine en immunoglobinen.

Schema Gut Closure
 

Schematische weergave van ‘gut closure‘ en afname kwaliteit biest in de tijd.


 

 

Voor de opbouw van bescherming via de biest is een opbouw van humorale immuniteit essentieel!

  • Kalveren worden geboren zonder beschermende gehaltes aan antilichamen en zijn uitermate gevoelig voor ziekten in de eerste maanden. 
  • Biest bevat zeer hoge gehaltes aan antilichamen die het kalf een passieve bescherming geven in de periode dat het zijn/haar eigen, competente immuunsysteem ontwikkeld.
  • Voldoende biestopname heeft een positief effect op de ziekte-incidentie en groei van het kalf op latere leeftijd, op de melkproductie tijdens de eerste en tweede lactatie en op de kans afgevoerd te worden tijdens de eerste lactatie.    
  • Het is daarom essentieel dat het kalf na de geboorte Vlug, Veel, Vaak en Vers biest opneemt. 

De essentie van biestmanagement is eenvoudig te onthouden met de 4V’s:
Vlug, Veel, Vaak, Vers

 

 

 

 



De passieve immuniteit start met biestvoeding en is afhankelijk van een voldoende opname door de kalveren na de geboorte.   
-    Als het kalf de biest niet spontaan opneemt, zonodig met sonde (3-4 liter) verstrekken. 
-    Op dag twee, driemaal daags 1,5 liter biest van het tweede melkmaal verstrekken. 
-    Vanaf dag drie overschakelen op kunstmelk. 
-    Uitsluitend biest van de eigen moeder geven (behoudens noodsituaties).

Naast de 4 V's zijn er nog veel andere preventieve maatregelen wenselijk die zorgen voor een optimale start van het kalf. Onvoldoende opname van antilichamen uit de biest resulteert in lage gehaltes circulerende antilichamen in het bloed en heet ‘Failure of Passive Transfer’. Hierdoor loopt het kalf een significant hoger risico op morbiditeit en mortaliteit.